1. De architectonische waarde

Deze waardebepaling is gebaseerd op een drietal aspecten:

De compositie:
De mate waarin de verschillende (stijl)elementen een samenhangend geheel vormen of “niet met elkaar kloppen”. Hierbij wordt vooral gekeken naar rangschikking van de onderdelen (ramen, deuren, goten e.d.) en kleur- en materiaalgebruik.

De typologie:
Het ‘type’ richt zich op de basis, een grondgedachte van waaruit het object bedacht is (zoals de typische jaren 30-woning of de notariswoning). Deze kan helder en goed afleesbaar zijn of naar vorm en inhoud een onverklaarbare tegenstrijdigheid in zich hebben.


De detaillering:
De wijze waarop de samenstellende onderdelen van een object zijn vormgegeven. Of een gebouw sober dan wel rijk gedetailleerd is, is bij de beoordeling niet maatgevend. Er wordt gekeken of de details consequent zijn toegepast, of er sprake is van een vakkundige ambachtelijke aanpak (ook in de moderne opvatting) en of zij de gewenste ruimtelijke opbouw ondersteunen en (bij oudere gebouwen) of zij historisch verantwoord zijn toegepast.

Bij het beoordelen van de architectonische kwaliteit is als waardering aangehouden:
0 punten: geen van de bovengenoemde aspecten is als positief en onderscheidend beoordeeld
1 punt: één of meer van de benoemde aspecten wordt positief en onderscheidend gewaardeerd.
2 punten: één of meer van de benoemde aspecten is van een bovengemiddeld goede kwaliteit
3 punten: één of meer van de benoemde aspecten is van een bijzondere en/of zeer goede kwaliteit.

© Vereniging Stedebouwkundig Wijkbehoud

Delen